Zoek een stevige tak van ongeveer 50-70 cm lang en 1 tot 1,5 cm dik. Bind aan beide uiteinden een stevig touw vast (een snaar van een oude badmintonracket werkt ook erg goed). Het touw blijft beter zitten als je in de uiteinden van de tak een snee maakt met een zakmes. Om het touw stevig vast te zetten kun je ook tape gebruiken.
Gebruik kleinere takken als pijl. Maak aan het uiteinde een punt. Zorg dat je altijd van je af snijd met een zakmes.
Tip: Gebruik jonge twijgen van de wilg als boog. Deze buigen soepel.